vrijdag 22 januari 2010

Beleggen met garantie

In grillige beurstijden worden ze bij bosjes gelanceerd: garantieproducten. Je kunt je er geen buil aan vallen, is de gedachte. Maar die vlieger gaat niet altijd op. Bovendien heeft garantie een prijs.

Zonder risico beleggen. Het lijkt een contradictie, maar vrijwel wekelijks worden er zogenoemde garantieproducten gelanceerd. In onzekere beurstijden vinden die gretig aftrek.

Wie zo’n product koopt, krijgt de belofte dat de hele inleg of een deel daarvan beschermd is. De feitelijke beleggingen kunnen sterk verschillen. Sommige producten, vaak 'notes' of 'certificaten' genoemd, werken met obligaties. Andere beleggen in aandelen en combinaties zijn ook mogelijk.

De bescherming van de feitelijke belegging wordt meestal verzekerd met optiescontructies, die het risico van koersdalingen afdekken.

Voor consumenten die weinig risico willen lopen, kunnen dergelijke producten interessant zijn. Maar er kleven ook nadelen aan.

Zo ben je als belegger inflexibel. Je zit veelal vast aan een minimuminleg en bent gedwongen de rit - van vaak enkele jaren - uit te zitten. Bij tussentijdse verkoop vervalt namelijk de hoofdsomgarantie. Langer blijven zitten omdat de markt tijdelijk in een dip zit, is er evenmin bij, want de einddatum staat vooraf vast.

Je kunt de belegging ook niet sturen. Je belegt eenmalig in een mandje en hebt er verder geen grip meer op. Voor beleggers die graag actief bij hun portefeuille zijn betrokken is dat onhandig.

Een ander nadeel is dat je rekening moet houden met een lager rendement. Rendement en risico zijn immers communicerende vaten: wie klappen wil vermijden, moet doorgaans ook genoegen nemen met een potentieel lagere winst.

Zo wordt de winst bij veel garantieproducten afgetopt op een bepaald percentage. Bij een sterke opleving van de markt profiteer je dan niet volledig mee. Sommige producten keren slechts een gedeelte van een koersstijging uit, bijvoorbeeld 90 procent.

Als een deel van de onderliggende waarde uit aandelen bestaat, loop je vaak ook dividendinkomsten mis. De bank slokt deze op om haar garantiebelofte waar te kunnen maken.

Veel beleggers denken dat ze met een garantieproduct geen enkel risico lopen. Dat klopt niet helemaal. Dat je je inleg na afloop terug krijgt, klinkt aantrekkelijk, maar na aftrek van (de momenteel hoge) inflatie en vermogensrendementsheffing, resteert onderaan de streep toch een verliespost.

Als je al je hele vermogen al terug ziet, want soms is de hoofdsomgarantie beperkt tot bijvoorbeeld 80 of 90 procent. Of de garantie vervalt (gedeeltelijk) als het koersniveau van de onderliggende aandelen(index) onder een bepaald niveau is gezakt. In dat geval worden de verliezen hooguit gedempt.

Tegenover die (beperkte) garantie staan vaak wel hogere kosten. Een garantieproduct bestaat vaak uit een combinatie van allerlei beleggingsproducten en is daardoor vaak relatief duur. Als de aanbieder bijvoorbeeld opties inzet, moet hij hier premies voor betalen en die worden doorberekend aan de klant.

Het vergt soms het nodige uitzoekwerk om de exacte kosten te achterhalen. Vaak zijn deze in de uitgifteprijs verwerkt. De brochure rept dan bijvoorbeeld van een uitgifteprijs van 102 procent, terwijl je 100 procent krijgt uitgekeerd. Hieruit kun je afleiden dat de bank 2 procent kosten inhoudt.

Zijn de kosten relatief hoog, dan kun je ook op zoek gaan naar alternatieven, zoals een termijndeposito of spaarrekening. Die zijn vaak goedkoper, maar bieden wel de gewenste zekerheid.

Tot slot kun je je afvragen of je überhaupt voor een garantieproduct moet kiezen. Als je het geld kunt missen en het bedrag pas over zeer lange tijd nodig hebt, zijn aandelenfondsen het overwegen waard. Of een combinatie van aandelen en obligaties.

Heb je het geld al na enkele jaren nodig of lig je wakker bij de gedachte aan forse koersverliezen, dan komen garantieproducten - of alternatieven daarvan - in beeld.

Bron: www.z24.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten