vrijdag 22 januari 2010

Beleggen in Dubai

Het kan niet op in de Golfregio. De hoge olieprijs heeft het gebied slapend rijk gemaakt en dat is te merken. Het meest in het oog springend zijn de megalomane wolkenkrabbers en exentrieke eilandengroepen die met grote regelmaat verrijzen.

Maar ook wat minder zichtbaar vloeien de oliedollars rijkelijk. Investeringsmaatschappijen van de oliestaten steken miljarden in westerse bedrijven, zoals Citigroup, Deutsche Bank, Sony, AMD en de Zweedse beurs. Omgekeerd verdringen westerse multinationals elkaar om in het gebied te investeren.

Als nieuw handelscentrum trekken de landen rond de Perzische Golf dan ook de belangstelling van beleggers. Merrill Lynch speelt hierop in met het Gulf Investible Index Certificaat, dat volgende week van start gaat en dagelijks verhandelbaar wordt in Amsterdam.

Wat is het?
Het certificaat is gekoppeld aan de Merrill Lynch Gulf Investible Index. Deze telt twintig aandelen met een notering in Abu Dhabi, Bahrein, Oman, Qatar, Dubai en Koeweit. De nadruk ligt op de laatste twee landen.

Het gaat om fondsen met een marktkapitalisatie van minimaal één miljard dollar en een gemiddelde dagomzet van ten minste tien miljoen dollar.

Met een weging van slechts 0,7 procent, speelt de olie- en gassector in de index een opvallend kleine rol. Het leeuwendeel betreft banken, hypotheekverstrekkers en vastgoedmaatschappijen. Vreemd is dit niet, want door de bevolkingsgroei en toestroom van buitenlanders neemt de vraag naar onroerend goed een grote vlucht.

Wat levert het op?
Terwijl de meeste beurzen in 2007 door het ijs zakten, mocht de Gulf Investible Index 46,3 procent bijschrijven. De beursprestaties lopen per land wel flink uiteen.

De aandelenmarkten van Bahrein en Koeweit zetten de stijgende lijn recentelijk nog onverminderd voort. De indices van Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten daarentegen vertonen grote schommelingen. Het toekomstige rendement laat zich dus moeilijk voorspellen.

Wat zijn de risico’s?
Het certificaat kent relatief weinig spreiding. Je belegt in slechts één regio, waarbij de financiële sector is oververtegenwoordigd. Bovendien herbergt de index slechts twintig fondsen, waarvan er vier een weging van meer dan 12 procent hebben.

Onroerend goed-maatschappijen zijn stevig vertegenwoordigd, met name in Dubai. Mocht zich in Dubai een onroerendgoed-zeepbel ontwikkelen, dan heb je een probleem. Realiseer je verder dat Dubai, dat ruim 30 procent van de index vertegenwoordigt, kampt met een sterk oplopende staatsschuld.

Wat kost het?
Merrill Lynch rekent een beheervergoeding van één procent per jaar. Dat is relatief laag vergeleken met het gemiddelde beleggingsfonds. De minimum inleg bedraagt 100 euro.

Zijn er alternatieven?
Er zijn nog nauwelijks gespecialiseerde producten beschikbaar die zich richten op de Golfregio. Wel bestaan er diverse beleggingsfondsen die beleggen in het Midden-Oosten, eventueel aangevuld met Afrika en/of Europa. Deze bieden meer spreiding, maar zijn doorgaans wel duurder.

Een groot nadeel van het certificaat is dat moeilijk valt te doorzien waar je precies in belegt.

Kuwait Finance House, Amlak Finance en Emaar Properties zijn in de regio bekende namen. Maar wat deze bedrijven precies doen, hoe de geldstromen lopen en wie aan de touwtjes trekt, blijft voor de gemiddelde Nederlandse belegger gissen.

Bron: Z24

Geen opmerkingen:

Een reactie posten