vrijdag 22 januari 2010

Beleggen in duurzame energie

Iedereen weet het inmiddels: onze aardolie raakt langzaam maar zeker op en energie is veel duurder dan enkele jaren geleden. De makkelijk winbare aardoliereserves zullen over enkele jaren verdwenen zijn en de moeilijk winbare (synthetische) olie uit bijv. de oliehoudende teerzanden en steenkool kunnen de huidige behoefte rekken met 100 tot 150 jaar, maar zijn uiteindelijk ook eindig.


Het vergassen van kolen is overigens wel een milieuvriendelijke manier van het gebruik van kolen waarbij de CO2 ondergronds wordt opgeslagen. Er zijn vele schone alternatieven waar al vele jaren met veel te weinig geld naar gekeken wordt.



Zonne-energie en windenergie bijvoorbeeld worden NIET duurder. Op dit moment is het rendement nog laag, maar met voldoende financiƫle steun kan er veel meer onderzoek gedaan worden. Mochten olieprijzen rond het huidige hoge niveau van 75 dollar blijven, dan zijn in de meeste van doorgerekende scenario's grote windparken wel winstgevend. De productie van zonnecellen voor zonne-energie is duur, maar met voldoende innovatie en financiele steun kunnen deze kosten omlaag gebracht worden.



Echter; machtige oliemaatschappijen en staatsoliemaatschappijen houden de ontwikkeling hiervan om redenen van geld (winst) en macht tegen. Steeds meer landen die geen eigen reserves hebben worden in hun zucht naar energie afhankelijk van energierijke landen, die daarmee een machtig middel tot bijv. politieke chantage hebben. Voorbeelden hiervan zijn Rusland en Iran. Zijn de huidige (westerse) overheden te zwak, of zijn deze zelf te veel verweven in de energie-machtspolitiek om een lange-termijn-weg uit te stippelen met alternatieven? Of blijft de korte-termijn politiek van het eigen-partij-gewin de boventoon voeren?



Door een weifelend overheidsbeleid in de afgelopen decennia is er nog niets wezenlijks veranderd. In Denemarken formuleerde een sterke overheid duidelijke visies, stelde heldere spelregels op en zorgde voor een voorspelbare financiƫle ondersteuning. De Nederlandse overheid, zowel van linkse als rechtse signatuur, toonde zich bij herhaling een minder betrouwbare partner. Ze veranderde vaak van strategie en was grillig in haar subsidie- en belastingbeleid, met om de paar jaar het veranderen van subsidiestructuren.



De G8 (laatste bijeenkomst op 15/16 juli 2006 in St.Petersburg-Rusland) wil de komende 25 jaar 17 duizend miljard dollar investeren in de opsporing, winning en het transport van fossiele brandstoffen en de uitbouw van het kernenergievermogen. Het duurt duizenden jaren voordat het stralingsniveau van het afval dat vrijkomt bij kernenergie niet meer schadelijk is voor mens en dier. Ook het afval van fossiele brandstoffen vergt hoge investeringen om het milieu te ontzien. De G8 koerst nu dus juist af op het veiligstellen van de olieverslaving in de komende tientallen jaren.

Ook deze investeringen beogen slechts een tijdelijke oplossing. Kan dat geld niet beter besteedt worden aan een snellere ontwikkeling van alternatieven die blijvende energie voor vele eeuwen leveren, dus ook voor ons nageslacht? Hoe staat het met de ontwikkeling van kernfusie? Gaat hier wel voldoende geld naar toe?

Mijns inziens zullen we voorlopig nog jarenlang gebruik moeten maken van de huidige energiebronnen, echter de ontwikkeling van alternatieve energieverwekkers zal veel meer dan nu het geval is op de voorgrond moeten treden.

Landen als Zweden en Denemarken zijn inmiddels op de goede alternatieve weg. Laten deze landen een voorbeeld zijn voor anderen.

Veel onderzoekers gaan ervan uit dat op de lange termijn kernfusie gecombineerd met alternatieve energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie, geothermische energie, en bio-energie de rol als energieleverancier voor de wereldeconomie van fossiele brandstoffen zal kunnen overnemen. Maar daar is politieke wil voor nodig. Overheden moeten dan nu beginnen met het stimuleren van de ontwikkeling hiervan, veel meer dan nu het geval is.

Bron: www.eengoedebelegging.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten